Duurzame inzetbaarheid hoog op de agenda bij Burgy Bouwbedrijf

‘De kern van hoe Burgy werkt, is alles zelf doen, alles met elkaar doen en echt voor elkaar zorgen,’ vertelt Jeroen. ‘Inmiddels werk ik hier 15 jaar en weet ik dat Burgy écht zo werkt en draag ik dat zelf ook uit.’ Zelf doen, betekent ook zelf opleiden. ‘We leren steeds een groep van twintig leerlingen het vak van timmerman of -vrouw en metselaar. Daarnaast is er een groep zij-instromers: mannen en vrouwen die op latere leeftijd voor het vak kiezen. Allemaal gaan ze één dag naar school en werken ze vier dagen in het bedrijf. Daarnaast is er een grote groep collega’s die hier al zo’n 40 jaar werkt.’ 

Leuk en gezond aan het werk

‘We willen het beste, maar in ieder geval het leukste restauratiebouwbedrijf van Nederland zijn,’ vervolgt Jeroen. ‘Daar doen we heel veel aan, vooral om het leukste bouwbedrijf te zijn. Dus we organiseren veel uitjes en besteden veel tijd aan elkaar. Dat leukste heeft ook met duurzame inzetbaarheid te maken: zorgen dat je collega’s op een leuke manier lang kunnen blijven werken.’

Sommige oudere ambachtslieden beginnen fysieke klachten te ontwikkelen. ‘Een timmerman begint op z’n vijftiende,’ licht Jeroen toe. ‘Als hij met pensioen mag, is hij 67. Dat betekent dus 52 jaar fysiek zwaar werk, zeker in ons vakgebied: onze mensen werken met zware houten constructies. Vanaf hun vijfenvijftigste kunnen ze klachten krijgen zoals versleten knieën en chronische rugpijn. Speciaal voor hen verzinnen we een aangepast programma. Een van hen, die hier al 35 jaar werkt, betrekken we bij kwaliteitscontroles. Een andere collega gaat een deel van zijn uren jongeren coachen.’ 

Intensief programma

Daarnaast werkt Burgy al tien jaar samen met Building Human Talent om duurzame inzetbaarheid te bevorderen. ‘Zij hebben eerst persoonlijke ontwikkeltrajecten gedaan. Vorig jaar zijn ze begonnen met het Leiderschapsprogramma. Als eerste was een groep uitvoerders en voormannen aan de beurt. De deelnemers gingen elke maand een dagdeel naar een groepsbijeenkomst. Daarnaast coacht Building Human Talent alle deelnemers individueel.’ 

Het Leiderschapsprogramma begint met een persoonlijke analyse; een soort basismeting. Jeroen ziet in de loop van het programma de deelnemers veranderen: ‘Ze gaan veel makkelijker het gesprek met elkaar en andere collega’s aan. Ze worden bewuster van wie ze zijn, waar ze voor staan, maar ook waarom ze zich aan bepaalde dingen of mensen ergeren.’ De deelnemers eindigen het programma met een presentatie. ‘Sommigen zijn tot geweldige inzichten gekomen. Over waarom ze op een bepaalde manier reageren of communiceren, hoe ze meer kunnen bereiken of beter verbinding kunnen maken. Maar vooral: hoe ze zich prettiger en veiliger kunnen voelen in hun doen en laten. Dat is waanzinnig en soms ontroerend om te zien.’ 

Gesprek op gang houden

Daarnaast draait Top voor Talent bij Burgy een Talent Ontwikkelings Programma. ‘In dat programma gaan de collega’s in gesprek over hun persoonlijke ontwikkeling. Ze beantwoorden vragen als: Wie ben je? Waarom match je met de een wel en met de ander niet?’ Om het gesprek op gang te houden, houdt Top voor Talent individuele coachingsgesprekken en twee keer per jaar groepsbijeenkomsten. ‘Op die momenten kunnen medewerkers aangeven dat ze niet goed in hun vel zitten of het niet naar hun zin hebben. Of het juist heel erg naar hun zin hebben.’

Wanneer medewerkers te lang met problemen rondlopen, kan dat tot uitval leiden. Daarom heeft Burgy een contract met een praktijk voor psychische hulpverlening. ‘Als wij zien dat medewerkers het zwaar of moeilijk hebben, mogen ze daar naartoe. Ook partners mogen daar gebruik van maken. Ze kunnen dan binnen een week geholpen worden; in de reguliere zorg is er een wachttijd van een jaar. Ook dit vind ik heel erg horen bij duurzame inzetbaarheid: dat je op tijd zorgt dat dat je een goed gesprek kunt voeren.’ 

Gezonde leefstijl 

Daarnaast doet Burgy veel om de fysieke fitheid van alle medewerkers te bevorderen. ‘We bieden een gezonde lunch aan en zijn gestopt met frisdrank. Steeds meer collega’s willen een fiets van de zaak. Verder proberen we vooral het bewustzijn over het effect van gezonde voeding te vergroten, zonder met het vingertje te wijzen. Daarnaast bieden we sportactiviteiten aan. We hebben onlangs meegedaan aan een Mud Masters Obstacle Run. Deelnemende collega’s konden daarvoor hier op het achterterrein trainen met een professionele trainer.’ 

‘Wij helpen de collega’s graag hun leefstijl te veranderen als dat hun gezondheid ten goede komt,’ vervolgt Jeroen. ‘Zo stimuleren we stoppen met roken met een bonus. Sommigen maken daar gretig gebruik van en anderen vinden dat hun eigen zaak. Dat heb je dan ook te respecteren. En als we erachter komen dat een medewerker schulden heeft, kunnen we die schulden overnemen en gaan we die langzaamaan verrekenen met het salaris. Ook dat draagt bij aan duurzame inzetbaarheid. Want een financiële schuld kan voor enorm veel stress zorgen.’ 

Betrokken medewerkers

Om de medewerkers betrokken te houden bij het bedrijf, komt de directie twee keer per jaar samen met alle medewerkers. ‘Die personeelsvergaderingen koppelen we altijd aan een uitje of een andere informele bijeenkomst. Vooraf mag iedereen uit twintig onderwerpen kiezen waar ze het over willen hebben. We bespreken dan de top tien gekozen onderwerpen. Daar kan iedereen dan vragen over stellen. We delen tijdens die bijeenkomsten zowel onze successen als onze minder goed gelukte avonturen. Ik vind het superbelangrijk dat je beide kanten belicht.’

Jeroen is ervan overtuigd dat de aandacht voor duurzame inzetbaarheid heel goed werkt. ‘Niet in de laatste plaats omdat ik er zelf echt in geloof: ik zie dat het ontzettend helpt om het gesprek met elkaar te voeren. Ik merk ook dat de collega’s heel enthousiast zijn. Op bedrijfsfeestjes hoor ik vaak van partners dat ze het waanzinnig vinden wat we bij Burgy allemaal aanbieden om gezond en met plezier naar het werk te gaan. Ik heb het geluk dat ik in een familiebedrijf werk waar duurzame inzetbaarheid heel belangrijk wordt gevonden en waar er ruim voldoende budget voor wordt vrijgemaakt.’

Fotografie: Arjan Veldt