In dit artikel leggen we uit
- voor wie de wettelijke energiebesparingsplicht geldt
- hoe je aantoont dat je aan de wettelijke verplichting voldoet
- welke best practices je kunt volgen
- wat de meest gemaakte fouten zijn (en hoe jij ze voorkomt)
Voor wie geldt de energiebesparingsplicht?
De energiebesparingsplicht geldt voor bedrijven en organisaties die op één locatie meer dan 50.000 kWh stroom of 25.000 m³ gas per jaar gebruiken. Deze regels staan in de Omgevingswet en zijn uitgewerkt in twee aparte besluiten:
- Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) – maatregelen voor activiteiten/processen
- Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) – maatregelen voor het gebouw
Let goed op als je huurt of verhuurt
Meestal is de eigenaar van het gebouw verantwoordelijk voor de gebouwmaatregelen (Bbl). De huurder is op zijn beurt verantwoordelijk voor de maatregelen die te maken hebben met het gebruik van het gebouw (Bal). Het kan dus voorkomen dat op één locatie twee verschillende partijen verplichtingen hebben.
Zeker weten welke rapportageplichten jij hebt? Doe dan de check van RVO.
Hoe laat je zien dat je voldoet aan de energiebesparingsplicht?
Heb je een energiebesparingsplicht? Dan moet je alle energiebesparende maatregelen nemen die je binnen vijf jaar terugverdient. Ook maatregelen die niet direct energie besparen, maar wel zorgen voor minder CO₂-uitstoot, vallen hieronder. Wil je weten welke maatregelen dat zijn? Kijk dan op de erkende maatregelenlijst energiebesparing (EML).
Eens in de 4 jaar moet je over de energiebesparingsplicht rapporteren. Dit doe je via Mijn RVO.
Checklist: zo voldoe je aan de energiebesparingsplicht
1. Check je drempelwaarden per locatie
Inventariseer binnen jouw locatie(s) het gebruik van elektriciteit en aardgas. Is deze hoger dan 50.000 kWh of 25.000 m³? Dan geldt de plicht.
2. Bepaal verantwoordelijkheden bij huur en verhuur
Leg vast wie rapporteert over de maatregelen voor het gebouw en wie over die van activiteiten en processen.
3. Maak jouw EML-selectie
Gebruik de Erkende Maatregelenlijst en kies de maatregelen die voor jouw locatie van toepassing zijn.
4. Kies per maatregel: uitvoeren of alternatief
Voer de EML-maatregel uit of motiveer een gelijkwaardig of beter alternatief met minstens dezelfde energiebesparing.
5. Rapporteer via Mijn RVO
Leg vast wat je al deed, wat gepland staat en welke alternatieven je toepast.
6. Borg beheer en onderhoud
Toezichthouders kijken óók naar doelmatig beheer en onderhoud; leg dit vast in procedures.
Veelgemaakte fouten (en hoe jij ze voorkomt)
Als ondernemer wil je natuurlijk niet voor verrassingen komen te staan als het gaat om de energiebesparingsplicht. Je wilt voldoen aan de wet, maar ook slim omgaan met je tijd en geld. Hieronder lees je welke valkuilen je gemakkelijk kunt vermijden. Zo kun je met een gerust hart verder met je bedrijf.
Valkuil 1: je focust je alleen op het gebouw
Vergeet proces- en faciliteitenmaatregelen niet. De Erkende Maatregelenlijst kent drie onderdelen:
- Gebouwen
- Faciliteiten
- Processen
Valkuil 2: je interpreteert de drempelwaarden verkeerd
Het gaat om energie- en aardgasverbruik per locatie. Dus niet om het totale verbruik van alle vestigingen samen. Heb je als ondernemer meerdere vestigingen die elk klein lijken? Houd er dan rekening mee dat de energiebesparingsplicht toch kan gelden als één van jouw locaties boven de verbruiksgrens uitkomt.
Valkuil 3: je onderbouwt geen alternatief
Als je afwijkt van de Erkende Maatregelenlijst, moet je aantonen dat je minstens evenveel bespaart met een gelijkwaardig of beter alternatief.
Valkuil 4: je rapporteert te laat
De informatieplicht is een wettelijke plicht; rapporteren doe je via Mijn RVO.
