Prinsjesdag 2025: wat betekent dit voor jou?

Hoewel iedereen volgend jaar meer te besteden krijgt en de werkloosheid laag blijft, maakt de koning zich ook zorgen. Bijvoorbeeld over het beeld dat ondernemers hebben over het investeringsklimaat in ons land.

Tijdens de troonrede zei hij: “Het is zorgelijk dat steeds meer ondernemers negatief zijn over het Nederlandse investeringsklimaat. Dat geluid klinkt zowel in het midden- en kleinbedrijf als vanuit grote ondernemingen en moet worden gehoord. Als bedrijven minder investeren, of zelfs overwegen Nederland te verlaten, dan tast dat uiteindelijk het verdienvermogen van ons land aan. Verlaging van de regeldruk blijft daarom dringend noodzakelijk.”

Koopkracht neemt iets toe

Uit de Miljoenennota en het Belastingplan 2026 blijkt dat huishoudens er volgend jaar gemiddeld 1,3% op vooruitgaan. In de stukken staan deze wijzigingen:

• Dit zijn de belastingtarieven die je in 2026 betaalt als je jonger bent dan de AOW-leeftijd:
  • Schijf 1: 35,70% (inkomen tot € 38.883).
  • Schijf 2: 37,56% (inkomen van € 38.883 tot € 79.137).
  • Schijf 3: 49,50% (inkomen boven € 79.137).
• De algemene heffingskorting (AHK) gaat met € 47 omhoog. In 2026 is de maximale algemene heffingskorting € 3.115. Bij een minimuminkomen geldt de maximale aftrek. De AHK wordt lager zodra je meer verdient dan het minimuminkomen.
• De arbeidskorting stijgt en wordt maximaal € 5.712 (in 2025 was dit € 5.599). De hoogte van de korting is afhankelijk van je belastbare winst. Vanaf € 45.593 wordt het bedrag dat je kunt aftrekken lager (in 2025 was dit € 43.071).

Dat huishoudens er gemiddeld 1,3% op vooruitgaan, betekent ook dat consumenten meer te besteden hebben. Voor jou als ondernemer kan dit gunstig uitpakken: meer koopkracht bij je klanten kan zorgen voor hogere omzetten, zeker in sectoren waar consumentenbestedingen direct merkbaar zijn, zoals retail, horeca en dienstverlening. Tegelijkertijd stijgen ook de arbeidskorting en heffingskortingen, wat aantrekkelijk kan zijn voor personeel. Dit kan jou helpen bij het vinden en behouden van nieuwe medewerkers in een krappe arbeidsmarkt.

Belangrijkste wijzigingen belastingen voor ondernemers

Wat verandert er voor ondernemers op het gebied van belastingen?

• De mkb-winstvrijstelling blijft gelijk aan het percentage van vorig jaar: 12,7%. 
• De zelfstandigenaftrek wordt verder verlaagd van € 2.470 naar € 1.200. Hierdoor moet je als ondernemer over een groter deel van je inkomen belasting betalen.
• De vennootschapsbelasting blijft gelijk (19% tot € 200.000; 25,8% vanaf € 200.000).
• De grens voor winstuitkering wordt hoger in box 2. Bezit je 5% of meer van de aandelen in een bedrijf? Dan heb je een 'aanmerkelijk belang’. Je ontvangt dan mogelijk winstuitkering, oftewel: dividend. Over winstuitkeringen betaal je volgend jaar 24,5% belasting tot € 68.843. Daarboven betaal je in 2026 31% belasting, net als vorig jaar.
• Om talent aan te trekken en te behouden, worden aandelenopties voor medewerkers van start-ups en scale-ups aantrekkelijker gemaakt per 1 januari 2027. Het belastingtarief daalt van 49,5% naar maximaal 32,17%.

 

Overige belastingaanpassingen

Als ondernemer wil je natuurlijk weten waar je volgend jaar aan toe bent. Daarom zetten we ook andere belangrijke punten uit de Miljoenennota 2026 voor je op een rij:

• Er komt geen btw-verhoging voor cultuur, media en sport. Het btw-tarief op overnachtingen gaat wel omhoog van 9% naar 21%. Dit btw-tarief geldt voor korte verblijven in onder andere hotels, vakantiewoningen, B&B’s, pensions en hostels. Het tarief voor kamperen blijft 9%.
• Het belastingvoordeel voor groen beleggen vervalt per 2028. Het kabinet wil de afschaffing van het belastingvoordeel voor groen beleggen met een jaar uitstellen tot 1 januari 2028. In 2026 is de vrijstelling € 26.715 (in 2025 was dit € 26.312).

 

De verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers

Hoewel het onderwerp tijdens Prinsjesdag en in de Miljoenennota niet aan bod kwam, ligt er nu toch een concreet voorstel: een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor zzp’ers. De invoering staat gepland voor 2030. Vanaf dan betalen zelfstandigen ongeveer 5,4% van hun inkomen aan bruto-premie, met een maximum van € 171 per maand. Wie al verzekerd is, hoeft niet mee te doen. Bij arbeidsongeschiktheid ontvangen zelfstandigen 70% van het inkomen dat zij verdienden voordat zij arbeidsongeschikt werden, tot maximaal het wettelijk minimumloon.

Een belangrijke wijziging is dat de uitkering pas na twee jaar ziekte start. Dit was oorspronkelijk één jaar. Deze periode moeten ondernemers zelf financieel zien te overbruggen. Het voorstel ligt nu bij de Raad van State en gaat daarna naar de Tweede Kamer.

Paul Struik, adviseur Inkomensverzekeringen - team AOV bij ABN AMRO Verzekeringen: “Op dit moment werkt driekwart van de zelfstandigen onverzekerd. Dit voorstel kan dus grote impact hebben. Als adviseur binnen het AOV-team zie ik dagelijks hoe belangrijk het is dat ondernemers goed nadenken over hun inkomenszekerheid. Dit voorstel onderstreept dat belang.

Dit is een goed moment om stil te staan bij je eigen situatie. Er zijn al verzekeringsoplossingen beschikbaar die voldoen aan de wettelijke eisen en vrijstelling geven van de verplichting. Via ABN AMRO Verzekeringen kun je bijvoorbeeld een basis AOV afsluiten, of een AOV op maat samenstellen. Oriënteer je tijdig en voorkom dat je straks voor verrassingen komt te staan.”

Lees meer over de verplichte AOV in het artikel ‘8 vragen & antwoorden over de verplichte AOV’. 

 

Personeel en inkomen

Op het gebied van personeel en inkomen neemt het kabinet de volgende maatregelen:

• Het minimumjeugdloon voor werknemers tussen de 16 en 20 jaar gaat vanaf 2027 omhoog. Hiermee komt het minimumjeugdloon dichter bij het standaard minimumloon.
• Vanaf 1 juli 2026 worden niet alle werkgevers meer gecompenseerd voor de transitievergoeding. De compensatieregeling geldt dan alleen nog voor kleine werkgevers.
• Het nulurencontract verdwijnt in 2027. Vanaf dan moet je als werkgever je werknemers met een oproepcontract een vast basiscontract geven voor de uren die ze minimaal standaard worden ingeroosterd. Het afschaffen van het nulurencontract geeft werknemers meer zekerheid over hun inkomen en werktijd.
• Tijdelijke contracten mogen niet meer steeds verlengd worden. Als een contract na 3 tijdelijke contracten afloopt, mag 5 jaar lang geen tijdelijk contract meer worden gegeven. Nu is die wachttijd slechts 6 maanden. 
• Heb of neem je een werknemer van 56 jaar of ouder in dienst? Dan kun je vanaf 1 januari 2026 geen loonkostenvoordeel (LKV) meer krijgen. Dit geldt voor werknemers die op of na 1 januari 2024 in dienst zijn gekomen.
• Heb je werknemers die eerder willen stoppen met werken, bijvoorbeeld omdat zij zwaar werk doen? De drempelvrijstelling voor RVU’s (Regeling voor Vervroegde Uittreding) blijft bestaan. Je betaalt dan geen RVU-heffing als de uitkering onder een bepaald drempelbedrag blijft. Dat drempelbedrag wordt verhoogd tot € 2.573.

“Betere binding, hogere motivatie en een stabielere bezetting”

Simon Peereboom, adviseur Inkomen bij ABN AMRO Verzekeringen: “De meeste maatregelen rondom personeel en arbeid waren al eerder aangekondigd in het Hoofdlijnenakkoord en wetsvoorstellen. Prinsjesdag heeft ze vooral bevestigd en geconcretiseerd. Veel van de maatregelen zijn bedoeld om werknemers meer zekerheid en bescherming te bieden. Voor werkgevers betekent dit minder flexibiliteit en mogelijk hogere kosten, vooral in sectoren zoals horeca en detailhandel. Toch kan het ook zeker positief uitpakken voor ondernemers, bijvoorbeeld op het gebied van personeel. Denk aan minder verloop door een betere binding, hogere motivatie door meer zekerheid en een stabielere bezetting.”
 

“Belangrijk om goed naar je personeelsbestand te kijken”

Michiel de Vries, zakelijk verzekeringsexpert bij ABN AMRO Verzekeringen: “Voor ondernemers wordt het steeds belangrijker om goed naar hun personeelsbestand te kijken. Het is niet alleen lastig om geschikt personeel te vinden; ook de loonkosten blijven stijgen. Een mogelijke oplossing is om een zzp’er aan je te binden door hem of haar in dienst te nemen.

Om goed personeel te behouden, is het belangrijk dat je arbeidsvoorwaarden op orde én marktconform zijn. Denk bijvoorbeeld aan het aanbieden van collectieve schadeverzekeringen aan je medewerkers. Dit sluit bovendien goed aan bij de eisen van Goed Werkgeverschap. Zo zijn werknemers beschermd wanneer zich tijdens hun werk een calamiteit voordoet. Raakt iemand daarbij gewond en valt hij of zij langere tijd uit, dan hoeft de werknemer zich in ieder geval geen zorgen te maken over de financiële gevolgen. Het is dus belangrijk om je schadeverzekeringen regelmatig aan te passen aan de actualiteit.”

 

Verkeer en vervoer

Op het gebied van verkeer en vervoer stelt het kabinet de volgende maatregelen voor:

• De korting op motorrijtuigenbelasting voor uitstootvrije auto’s blijft tot eind 2029. Het kabinet wil de korting daarnaast tijdelijk verhogen van 25% naar 30%.
• De korting op brandstofaccijns wordt verlengd tot eind 2026. De tarieven voor benzine, diesel en lpg blijven gelijk aan die van 2025.
• Gebruikt een werknemer een auto van de zaak op benzine of diesel ook privé? Dan moet je als werkgever vanaf 2027 extra belasting betalen. Dit heet ook wel de pseudo-eindheffing. De belasting bedraagt 12% van de catalogusprijs bij auto’s tot en met 25 jaar oud en 12% van de marktwaarde bij auto’s ouder dan 25 jaar.
• Er komt een vrachtwagenheffing voor binnenlandse en buitenlandse vrachtwagens van meer dan 3.500 kg. Voor elektrische vrachtwagens is de ondergrens 4.250 kg. Eigenaren van deze vrachtwagens moeten een bedrag per gereden kilometer betalen op vrijwel alle snelwegen en op een aantal provinciale en gemeentelijke wegen. De heffing geldt niet voor voertuigen die niet bedoeld zijn voor goederenvervoer zoals bussen, brandweerwagens, vuilniswagens en landbouwtrekkers.
• De kwarttarieven voor motorrijtuigenbelasting verdwijnen. Vanaf 1 januari 2026 gelden deze tarieven alleen nog voor:
  • motorrijtuigen die zijn ingericht als werktuig of werkplaats;
  • motorrijtuigen van kermis- of circusexploitanten die worden gebruikt om materialen te vervoeren.

 

Klimaat, energie en duurzaamheid

Op het gebied van klimaat, energie en vervoer neemt het kabinet de volgende maatregelen:

• Verbruikt jouw bedrijf veel leidingwater? Dan ga je meer belasting op leidingwater (BoL) betalen. Nu betaal je alleen belasting over de eerste 300 m³ per jaar. Vanaf 2026 wordt dat de eerste 50.000 m³. Vanaf 2027 verdwijnt deze grens helemaal. Dan betaal je belasting over al het leidingwater dat je gebruikt.
• De CO2-heffing voor grote industriebedrijven gaat omlaag. Het voorstel is om de CO2-heffing vanaf 1 januari 2026 te verlagen van € 87,90 naar € 78,67 per ton CO2. Dat geldt alleen voor industriële bedrijven die veel CO2 uitstoten.
• Het kabinet wil dat importeurs in de hele Europese Unie (EU) vanaf 1 januari 2026 meer gaan betalen voor de invoer van bepaalde producten van buiten de EU. Deze maatregel geldt voor producten waarbij in het productieproces veel CO2 ontstaat.
• Het verwerken van afval wordt duurder. Afvalverbrandingsinstallaties gaan meer belasting betalen. De bedrijven die afval brengen, gaan die kosten voor het grootste deel betalen.

Ondernemen stimuleren

Het kabinet vindt het belangrijk dat het Nederlandse bedrijfsleven versterkt wordt. Om dit te bereiken, wordt een aantal maatregelen voorgesteld die gunstig zijn voor ondernemers:

• Veel ondernemers klagen over ‘regeldruk’. Het kabinet wil daarom regels schrappen, veranderen of duidelijker maken. Een van de voorbeelden is het besluit om te stoppen met de rittenregistratie voor het hele midden- en kleinbedrijf (mkb).
• Het kabinet wil op verschillende manieren investeren in extra innovatie:
  • Extra geld voor de doorgroei van start-ups. Het kabinet stelt € 200 miljoen beschikbaar om Nederlandse start-ups en scale-ups te helpen. Dit geld gaat naar het Europese fonds European Tech Champions Initiative (ETCI), dat het geld beschikbaar maakt voor jonge, snelgroeiende bedrijven. 
  • Meer geld voor innovatie. De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) is een regeling waarmee bedrijven korting krijgen op loonkosten voor onderzoek en ontwikkeling. In 2026 wordt het budget verhoogd naar € 1,8 miljard (dit was € 1,6 miljard). Zo kunnen meer bedrijven investeren in nieuwe producten en technieken. Het kabinet wil hiermee innovatie stimuleren en Nederland aantrekkelijk houden voor (buitenlandse) bedrijven.
  • Ook stelt het kabinet voor om € 430 miljoen extra subsidie te geven aan innovatieve halfgeleiderprojecten (microchipindustrie).

Wat betekent een demissionair kabinet voor de plannen?

Tijdens Prinsjesdag 2025 was het kabinet demissionair. Dit betekent dat het kabinet terughoudend is met nieuw beleid. Zo worden er geen politieke beslissingen genomen over ‘controversiële onderwerpen’. Ook wordt de behandeling van wetsvoorstellen over deze onderwerpen stilgelegd totdat er een nieuwe regering is. Dit betekent dat de Miljoenennota 2026 ‘beleidsarm’ is.

Toch kan in de Miljoenennota nieuw beleid staan dat van belang is voor ondernemers. Het demissionaire kabinet kan namelijk wel nieuwe plannen presenteren voor onderwerpen die niet kunnen wachten vanwege het belang voor het land. Doordat het kabinet demissionair is, kunnen belangrijke dossiers voor ondernemers echter wel vertraging oplopen.

 

Bereid je goed voor

De veranderingen in belastingen, personeel en duurzaamheid bieden kansen, maar vragen ook aanpassingen van ondernemers. Bereid je goed voor op wat de plannen in 2026 voor jou betekenen.

Wil je meer weten over alle wetswijzigingen die het kabinet voorstelt? Op de website van het Ondernemersplein vind je alles wat relevant is voor jou als ondernemer. Wil je de Miljoenennota of het Belastingplan 2026 lezen? Download deze documenten dan op de website van de Rijksoverheid.