Waarom de WBTR?
‘De WBTR komt er om besturen van verenigingen en stichtingen te helpen zich te professionaliseren,’ zegt Jaap Scholte, relatiemanager bij ABN AMRO Verzekeringen. De nieuwe regels en verplichtingen over taken, bevoegdheden en aansprakelijkheid moeten misstanden onmogelijk maken, zoals ‘een greep uit de kas’ en vriendjespolitiek. Jaap: ‘Het wetsvoorstel is een reactie op een aantal incidenten. Bij een woningbouwvereniging, een thuiszorgorganisatie en een onderwijsgroep konden bestuurders zichzelf verrijken of frauderen en brachten daarmee hun instelling in grote financiële problemen. Met deze wet wil de overheid dergelijke incidenten voorkomen.’
Voor wie gaat de WBTR gevolgen hebben?
De WBTR geldt voor alle besturen van stichtingen en verenigingen. In Nederland zijn er honderdduizenden stichtingen en verenigingen, van heel groot tot heel klein: van de Hartstichting tot de woningbouwvereniging tot de curlingvereniging. Er waren al duidelijke regels voor vennootschappen. De WBTR trekt de regels voor stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen nu gelijk aan die voor vennootschappen.
Risico verlagen
Jaap Scholte legt uit waarom ABN AMRO Verzekeringen met dit artikel aandacht besteedt aan deze nieuwe wet. ‘Alle Nederlanders worden geacht de wet te kennen en daarnaar te handelen. Iedereen weet bijvoorbeeld dat je niet door rood mag rijden. Doe je dat toch, dan riskeer je een boete. Door de belangrijkste punten van de WBTR onder de aandacht te brengen, willen we het risico helpen verkleinen dat besturen de fout ingaan - zeker als dat onbewust gebeurt.
Hoofdpunten WBTR: wat moet je aanpassen?
Er zijn een aantal punten in de WBTR die jouw onmiddellijke aandacht vragen. Voor die zaken doe je er verstandig aan de statuten aan te passen, zodat je de nieuwe regels en afspraken zwart-op-wit heeft. Dat moet je in ieder geval doen voor de belangrijkste vijf punten:
- Tegenstrijdige belangen – de WBTR schrijft een tegenstrijdige-belangenregeling voor. Als een bestuurder een persoonlijk belang heeft dat in strijd is met het belang van de instelling, mag die bestuurder op dat punt niet meebeslissen. Neem deze regeling op in je nieuwe statuten!
- Langdurige uitval bestuurder – Ook moet je in de nieuwe statuten opnemen hoe je omgaat met ‘belet en ontstentenis’ van een bestuurder. Met andere woorden: wat doe je als een bestuurder niet in staat is zijn bestuurstaken uit te voeren, bijvoorbeeld door langdurige ziekte? Met deze regeling wil de WBTR continuïteit van bestuur garanderen.
- Toezichthoudend orgaan – Niet iedere stichting of vereniging heeft een toezichthoudend orgaan, zoals een Raad van Toezicht of Raad van Commissarissen; vooral de kleinere niet. De WBTR stelt een toezichthoudend orgaan niet verplicht, maar schrijft regels voor als je die wel hebt.
- Meerderheidsstemmen – De WBTR schaft de meerderheidsstem af. Dat betekent dat één bestuurder nooit meer stemmen mag uitbrengen dan de andere bestuurders samen. Zo voorkomt de WBTR machtsmisbruik.
- Ontslaggronden – Stichtingen die geen aandeelhouders of ledenvergadering hebben, kunnen voortaan bestuurders die hun taken niet goed uitvoeren, eenvoudiger ontslaan. Dat kan door een verruiming van de ontslaggronden.
Meer informatie vind je op www.wbtr.nl
Grotere aansprakelijkheidsrisico’s?
Buiten de hierboven beschreven veranderingen die je eventueel moet aanpassen in je statuten, is er nog een heel belangrijk punt waar je op moet letten. Namelijk: wat zijn de gevolgen van de nieuwe regels voor jouw aansprakelijkheidsrisico’s? Als bestuurders hun taken niet naar behoren vervullen en zich niet houden aan de regels en verplichtingen van de WBTR, dan kunnen zij aansprakelijk worden gesteld wanneer dat tot schade leidt; in sommige gevallen zelf hoofdelijk aansprakelijk. Na invoering van de WBTR zijn bij faillissement zelfs alle bestuurders en commissarissen van verenigingen en stichtingen aansprakelijk
Bestuurdersaansprakelijkheid neemt hoge vlucht
De afgelopen jaren is het aantal claims tegen bestuurders en commissarissen gegroeid. Zij worden daarbij door de rechter steeds vaker aansprakelijk geacht. Ook worden steeds hogere schadevergoedingen gevraagd en door de rechter toegewezen. Bovendien: na invoering van de WBTR zijn bestuurders van verenigingen en stichtingen net zo aansprakelijk als die van commerciële ondernemingen. Daarbij maakt het niet uit of je betaald wordt als bestuurder of alleen een kleine onkostenvergoeding krijgt.
De bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering: het overwegen waard
Als jouw acties als bestuurder tot een aansprakelijkheidsclaim leiden, keert je particuliere WA-verzekering niet uit. Ook kun je niet terugvallen op je rechtsbijstandsverzekering. Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering dekt die schade wel. Sterker nog: het hoofddoel van deze verzekering is bescherming bieden van het privévermogen van bestuurders, commissarissen en toezichthouders. Dat is niet alleen prettig voor hen, maar ook voor de vereniging of stichting zelf. Want als een schadebedrag hoger is dan het privévermogen van de betrokken bestuurder, hoeft de vereniging of stichting daar niet voor op te draaien.
Wat moet je nu doen?
Officieel hoef je pas bij de volgende, geplande statutenaanpassing de nieuwe regels en verplichtingen op te nemen in je statuten. Dat moet in ieder geval binnen vijf jaar. Jaap Scholte: ‘Ik raad alle bestuurders echter aan om zo snel mogelijk een kritische blik te werpen op hun statuten, reglementen en gemaakte afspraken. Dan weten ze zeker dat ze op de juiste manier besturen, namelijk: volgens de wet. Bovendien: wat niet op papier staat, bestaat niet.’ Twijfel je over je aansprakelijkheidsrisico’s? Neem dan contact op met je verzekeringsadviseur. Hij vertelt je graag meer over hoe je die risico’s kunt beperken en/of verzekeren.